BGP Cheatsheet – Netwerk Technologie

BGP Cheatsheet

BGP Attributen

Naam Beschrijving
1. Origin Geeft aan hoe de route is geleerd: IGP (intern), EGP (extern, verouderd) of Incomplete (bijvoorbeeld via statische route of redistributie).
2. AS Path Toont de lijst van autonome systemen (AS) die het prefix heeft doorlopen. Helpt om routing loops te vermijden en geeft padlengte aan.
3. Next Hop Het volgende IP-adres waarnaar verkeer gestuurd moet worden om het netwerk te bereiken. Belangrijk bij eBGP en iBGP.
5. Local Preference Geeft aan welk pad binnen een AS de voorkeur heeft om verkeer naar buiten te sturen. Standaardwaarde is 100. Hoe hoger, hoe beter.
6. Atomic Aggregate Wordt gebruikt wanneer samenvatting (aggregatie) plaatsvindt. Geeft aan dat niet alle AS-informatie behouden is.
7. Aggregator Identificeert de router en het AS dat de samenvatting heeft gemaakt.
8. Community Een label (tag) dat gebruikt kan worden om routes te groeperen en beleidsmatig te beïnvloeden. Bijvoorbeeld “no-export”.
9. MED (Multi Exit Discriminator) Geeft de voorkeur voor een inkomend pad aan bij meerdere verbindingen tussen twee AS’en. Lager is beter.
10. Originator ID Wordt gebruikt door route reflectors. Identificeert de oorspronkelijke router die de route heeft verspreid.
11. Cluster List Gebruikt bij route reflectors om loops te voorkomen binnen een cluster. Houdt bij via welke reflectors een route is gegaan.
12. Weight Cisco-specifiek attribuut. Niet uitgewisseld tussen peers. Hogere waarde heeft altijd voorkeur op de lokale router.

BGP Padselectie (Path Selection)

Attribuut Beschrijving Voorkeur
1. Weight Cisco-specifieke waarde, lokaal belangrijk Hoogste
2. Local Preference Wordt gedeeld binnen het AS, bepaalt uitgaand verkeer Hoogste
3. Self-originated Routes die lokaal zijn ontstaan (bijvoorbeeld via network statement of redistribution) krijgen voorkeur Ja
4. AS Path Kortste pad in termen van aantal AS-hops Kortste
5. Origin Voorkeur voor IGP boven EGP boven Incomplete IGP
6. MED Lager is beter, alleen relevant tussen twee AS’en Laagste
7. eBGP boven iBGP Externe routes hebben voorkeur boven interne routes eBGP
8. IGP metric naar Next Hop Kortste interne pad naar de next-hop router Laagste

Buren-statussen (Neighbor States)

  • Idle: Beginstatus, er wordt nog geen verbinding gemaakt. Kan ook een foutconditie zijn.
  • Connect: De router probeert actief een TCP-sessie (poort 179) op te zetten.
  • Active: Tweede poging om een sessie te starten; afwisselend met “Connect” totdat verbinding slaagt of faalt.
  • OpenSent: Open-bericht is verstuurd, wacht op antwoord.
  • OpenConfirm: Wacht op bevestiging (Keepalive).
  • Established: De sessie is volledig opgebouwd; routes worden uitgewisseld.

Probleemoplossing (Troubleshooting)

  • show ip bgp summary: Toont de status van alle BGP-buren en aantal ontvangen prefixes.
  • show ip bgp: Geeft de volledige BGP-routingtabellen weer.
  • show ip route: Laat zien welke routes daadwerkelijk in de routing table staan.
  • clear ip bgp *: Herstart alle BGP-sessies (let op: productie-impact!).
  • debug ip bgp: Debug-informatie voor BGP, alleen in lab gebruiken vanwege CPU-belasting.